NLT Portfolio 4V3
Opdracht 0.2 Verstoorde rust van Vlotterhout
Zou je een eerste hypothese kunnen opstellen over wie het meest in aanmerking komen als dader? Waarop baseer je dat?
Wij denken dat Merel Schooneveld de dader is, omdat Merel Hannah bijna nooit bezocht en op de dag dat ze dat doet, is Hannah vermoord.
b. Stel een plan van aanpak op. Welke sporen ga je als eerste met je klas
analyseren, welke sporen later?
Vingerafdrukken als eerst en later DNA
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opdracht 3 staat op de volgende pagina ↓
Opdracht 0.3
Vul, voor zover mogelijk, de tabel met bewijsmateriaal op de volgende pagina verder in met het bewijsmateriaal dat op de PD of bij de verdachten is aangetroffen. Neem het schema over in je dossier en gebruik het voor het oplossen van de moordzaak, door aan te geven welk spoor met welke verdachte overeenkomt.
VINGER01 = Hannah Hoogendoorn STOF01 = Egbert Sanders
VINGER02 = Merel Schooneveld STOF02 = René Claassens
VINGER03 = Roger de Jager STOF03 = Rachel Janssen
VINGER04 = Robert Vink STOF04 = Jolien Sanders
VINGER05 = Lars Sanders STOF05 = Merel Schooneveld
VINGER06 = Jolien Sanders- van Opdam STOF06 = Roger de Jager
VINGER07 = René Claassens
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
KOGEL01 = onbekend STIFT01 = Familie Sanders
KOGEL02 = onbekend STIFT02 = Rachel en Katie
----------------------------------------- STIFT03 = Huub Henselmans
HULS01 = onbekend STIFT04 = Robert Vink
HULS02 = onbekend STIFT05 = Hannah Hoogedoorn
HULS03 = onbekend
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VOET01 = Hannah Hoogendoorn VUURWAPENVERGUNNING =
VOET02 = onbekend Rachel Janssen en Egbert Sanders
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------DNA01 = onbekend STRAFBLAD = Roger de Jager en
DNA02 = onbekend Robert Vink
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VLEK01 = Rachel Janssen
VLEK02 = Tobar Yoska
VLEK03 = Robert Vink
Opdracht 0.4 Verklaring Ondervraagden
Tijdens het lezen van deze verklaringen krijg je wellicht ideeën over wat mogelijke motieven voor de moord op Hannah Hoogendoorn zijn. Maak hiervan een overzicht. Neem dit overzicht op in je dossier, en vul het aan als je nog nieuwe inzichten krijgt gedurende het onderzoek.
Bekijk het dossier.
Opdracht 0.5
Bereken het tijdstip van de dood op: URL2 (voor de link zie vaklokaal) Hoe lang geleden heeft de moord waarschijnlijk plaatsgevonden?
We hebben de tijd kunnen uitrekenen via URL2. Het was wel moeilijk om alles in te vullen want het was Engels/Duits. Om de tijd te berekenen hebben we allerlei gegevens moeten invullen:
-Correction factor: Wij hadden 1,6 ingevuld omdat ze ongeveer 5 lagen aan had en dat zou uitkomen op 1,4-1,8 dus we hebben het middelste getal gekozen.
-Ambient Temperature: De temperatuur in de omgeving was 5℃.
-Lichaamstemperatuur: De lichaamstemperatuur van Hannah Hoogendoorn was 33,7
-Naakte lichaamsgewicht: Haar naakte lichaamsgewicht was 72 kg.
Toen dit allemaal was ingevuld, kregen we de resultaten. Er stond dat de moord ongeveer 7 uur ervoor plaatsvond. Hannah was gevonden om 17:30, dus het is mogelijk dat ze om 10:30 is vermoord.
Handboek 1 vingersporenonderzoek
Opdracht 1.1
Je hebt hierboven gelezen dat een vingerafdruk kan ontstaan door middel van een laagje huidvet. Bedenk nog drie manieren waardoor vingerafdruk op voorwerpen achter kunnen blijven.
Vingerafdrukken kunnen achterblijven door:
-Klei: Als je ooit je vinger op een stuk klei legt, blijft er gegarandeerd een vingerafdruk achter, omdat klei er plakkerig is en ook een beetje vochtig kunnen de vetten op je vingerafdruk er makkelijk aan vastplakken.
-Poeder: Met poeder kun je gemakkelijk laten zien waar een vingerafdruk is achtergebleven en dit komt ook door de vetten waaraan de poeder gaat zitten.
-Inkt: Door middel van inkt kun je je vingerafdruk ook ergens achterlaten. Door de donkere kleur van inkt wordt de vingerafdruk makkelijk zichtbaar.
Experiment 1.2
Onderzoeksvraag: Welke stof is het best geschikt om vingerafdrukken zichtbaar te maken?
Hypothese: Wij denken dat aluminiumpoeder het beste is omdat de poeder zo fijn is en een goede kleur heeft om alle details precies te zien.
Benodigdheden:
• doekjes
• pincet/handschoenen
• kwastjes
• twee voorwerpen (objectglaasje, glazuur, verf, zwart kunststof, wit kunststof.
• (zeer fijn) poeder.
• Om te gebruiken als poeder heb je de keuze uit:
• koolstofpoeder/grafiet
• poedersuiker
• aluminiumpoeder
• talkpoeder
• krijtpoeder
Silver special: Niet goed te zien. Het glas is vies met de poeder waardoor de vingerafdruk niet goed te zien is. Het is nogal wazig. En we hebben geprobeerd om met de kwast de vingerafdruk beter te laten zien maar het werkte alleen maar tegen.
Poedersuiker:Niet goed te zien. De poeder houdt zich niet goed vast aan de afdruk van de vinger. Hierdoor valt de vingerafdruk amper te zien. Deels komt het ook door de kleur omdat het wit is, want daardoor was de afdruk nog slechter te zien.
Talkpoeder: De vingerafdruk is te zien maar het had beter gekund want als de talkpoeder niet al te wit was had je de afdruk op het glas beter kunnen zien. Dus het was niet al te slecht maar de details van het vingerafdruk waren niet goed te zien.
Instant white: De poeder maakt het glas snel vies net als de silver special. Verder blijft de poeder zich niet goed vast houden waarschijnlijk omdat het niet goed genoeg fijn is.
Aluminium Poeder: De poeder houdt zich goed vast aan de vingerafdruk en is juist heel fijn. Door de kleur valt de vingerafdruk goed te zien op het glas.
Opdracht 1.3
Noem nog drie kenmerken die mensen met anderen gemeen kunnen hebben
Kenmerken die mensen gemeen kunnen hebben, zijn bijvoorbeeld de oogkleur, de haarkleur en het geslacht.
Opdracht 1.4
Wat betekent classificeren?
Classificeren is het systematisch indelen in groepen of categorieën.
Opdracht 1.5: Bekijk de zeven vingersporen die zijn gevonden in de zaak rond de moord op Hannah Hoogendoorn, deze zijn te vinden in het politiedossier. Benoem met behulp van figuur 1B bij elk vingerspoor het hoofdpatroon.
VINGER01 = lus naar rechts (gevonden op een bankje)
VINGER02 = kring (gevonden op waterflesje)
VINGER03 = lus naar links (gevonden op frisdrankblikje)
VINGER04 = lus naar rechts (gevonden op mes in auto van Robert)
VINGER05 = lus naar links (gevonden op kapotte ruit bij varkensstal)
VINGER06 = lus naar rechts (gevonden op deurklink v/d schuur)
VINGER07 = boog (gevonden op zwarte stift in tas van Hannah)
Opdracht 1.6
In figuur 1D is een vingerafdruk met 12 typica weergegeven. Benoem de 12 typica, gebruikmakend van figuur 1C.
1 = beginnende- of eindigende papillairlijn 7 = tussenlijn
2 = beginnende- of eindiginde papillairlijn 8 = bifurcatie
3 = oog 9 = bifurcatie
4 = bifurcatie 10 = lijnfragment
5 = haak 11 = lijnunit
6 = lijnfragment 12 = haak
Opdracht 1.7
In figuur 1E is te zien dat het aantal verbindingen sneller toeneemt dan het aantal punten.
a. Teken 5 punten met hun verbindingen. Hoeveel zijn dit er?
Wij hebben 5 verbindingen gekregen (als je de de buitenste lijnen meetelt, dan heb je 10 verbindingen)
b. Hoeveel verbindingen zijn er bij N punten?
Formule om verbindingen met N-punten te berekenen: ½ n(n-1)
c. Bereken met de formule bij b hoeveel verbindingen er bestaan bij 13 punten.
1/2n(n-1) → ½ x 13 (13-1) = ½ x 13 (12) = ½ x 156 = 312 verbindingen bij 13 punten
Experiment 1.8: dactyloscopische punten
In deze proef ga je op zoek naar de hoofdpatronen en typica (dactyloscopische punten) in de gevonden vingerafdrukken op de plaats delict. Je gaat daartoe de vingerafdruk beschrijven. Mocht je de vingerafdruk willen vergroten, gebruik dan een vergrootglas
Benodigdheden
-vergrootglas
-de vingerafdruk kaarten van de verdachten
-de vingerafdrukken gevonden op de PD.
Uitvoering
In deze opdracht moet je de zeven vingersporen gevonden op de PD vergelijken met de 130 vingerafdrukken van de verdachten en het slachtoffer. Bespreek met je klas hoe je dit het effectiefst en snelst kunt doen. De onderstaande punten kunnen als leidraad dienen.
-De hoofdpatronen van VINGER01 tot VINGER07 zoals je die hebt bepaald in opdracht 1.5
-Bedenk of het vingerspoor afkomstig zou kunnen zijn van een bepaalde vinger. Waaraan zou je dit kunnen zien?
- Probeer 12 typica (dactyloscopische punten) te vinden en markeer ze met een puntje en een nummertje van 1 tot 12.
-Maak een patroon op de wijze van figuur 1E.
Ga na hoe nu de vingerafdrukken moeten worden vergeleken met de database
Experiment 1.8: dactyloscopische punten antwoorden
VINGER01: Hannah Hoogendoorn → Hoofdpatroon is een lus naar rechts en de 12 typica zijn overeenkomend
VINGER02: Merel schooneveld → Hoofdpatroon is een kring en de 12 typica zijn overeenkomend
VINGER03: Roger de Jager → Hoofdpatroon is een lus naar links en de 12 typica zijn overeenkomend
VINGER04: Robert Vink → Hoofdpatroon is een lus naar links en de 12 typica zijn overeenkomend
VINGER05: Lars Sanders → Hoofdpatroon is een lus naar rechts en de 12 typica zijn overeenkomend.
VINGER06: Jolien-Sanders van Opdam → Hoofdpatroon is een lus naar links en de 12 typica zijn overeenkomend.
VINGER07: Rene Claassen → Hoofdpatroon is boog en de 12 typica zijn overeenkomend.
Opdracht 1.9: dossier
In deze paragraaf heb je geleerd dat vingerafdrukken uniek zijn voor ieder mens en dat ze bovendien onveranderlijk zijn. Beide eigenschappen zorgen er voor dat vingerafdrukken erg geschikt zijn voor identificatie.
Je hebt vingerafdrukken geclassificeerd en geleerd welke hoofdpatronen en typica er zijn.
Je hebt de vingersporen van de PD geclassificeerd en vergeleken met die van de verdachten. Misschien heb je wel een of meerdere ‘matches’ gevonden.
Maar wat betekent het verder?
· Betekent dit dat deze verdachte de moordenaar is?
· Is dit genoeg om deze verdachte te veroordelen voor de gepleegde moord?
· Op welke manier draagt deze kennis bij aan het oplossen van de gepleegde moord en het veroordeeld krijgen van de dader?
Schrijf in je dossier een korte verhandeling, van ongeveer 250 woorden, waarin je ingaat op deze punten en waarbij je de relevantie van dit bewijsmateriaal bespreekt.
Bekijk dossier.
Maak jouw eigen website met JouwWeb